Sommige houtsoorten, vooral naaldhout zoals grenen, lariks en douglas, bevatten van nature hars. Deze houtsoorten zijn rijk aan zogenaamde harslijnen en harszakjes. Onder warme omstandigheden kan deze hars vloeibaar worden en naar buiten treden, waardoor plakkerige plekken en soms groene of witte sporen op het oppervlak van het hout ontstaan. Dit proces is een natuurlijk verschijnsel in harshoudende houtsoorten en kan helaas niet volledig worden voorkomen.
Het is vaak het beste om deze harsplekken in eerste instantie met rust te laten. Zodra hars aan de lucht blootgesteld wordt, droogt en hardt het meestal vanzelf uit, waarna het door regen en weersinvloeden grotendeels kan wegspoelen. Eventuele uitgeharde harsplekken die achterblijven, kunt u later eenvoudig verwijderen. Gebruik hiervoor een stevige borstel of een plamuurmes om het hars voorzichtig af te steken. Indien nodig kunt u ook een beetje terpentine gebruiken om de resten te verwijderen.
Een andere handige methode is om uitgeharde hars met een föhn voorzichtig op te warmen, zodat het weer vloeibaar wordt en gemakkelijker te verwijderen is. Wees hierbij voorzichtig met de temperatuur en het houtoppervlak om schade te voorkomen.
Het ‘bloeden’ van hars is voornamelijk een fenomeen dat zich tijdens het eerste jaar na plaatsing van het hout voordoet. Na verloop van tijd stabiliseert het hout, en in 99% van de gevallen stopt de harsvorming na een jaar.