Een houtnerf is het natuurlijke patroon dat ontstaat door de groei van de boom en de structuur van het hout. Het bestaat uit de rangschikking van houtvezels en verschillende celstructuren die samen de unieke uitstraling van een houtsoort bepalen. De houtnerf is zichtbaar aan het oppervlak van het hout en kan sterk variëren, afhankelijk van de houtsoort, de groeicondities en de manier waarop het hout is gesneden.
De houtnerf bestaat uit lange vezels die in de lengterichting van de boom zijn gerangschikt. De richting van deze vezels is belangrijk voor de sterkte en stabiliteit van het hout. In de meeste gevallen zijn de vezels recht, maar bij sommige houtsoorten kunnen ze golvend of spiraalvormig zijn. De nerf kan variëren van een eenvoudige, rechte lijn tot complexe patronen met vlammen, ogen of andere figuren. Deze variaties zijn vaak het resultaat van verschillende groeifactoren, zoals de omgeving, het klimaat en de leeftijd van de boom. Bovendien kan de kleur van de nerf variëren, waarbij sommige houtsoorten rijkere en diepere tinten hebben.
De structuur van de houtnerf heeft niet alleen esthetische waarde, maar ook functionele implicaties. Hout met een rechte nerf is vaak sterker en minder kwetsbaar voor splijten en kromtrekken. In tegenstelling tot hout met een complexe nerfstructuur, dat mogelijk meer kwetsbaar kan zijn, kan het ook moeilijker te bewerken zijn.
Bij het bewerken van hout is het belangrijk om de richting van de nerf te volgen. Dit zorgt ervoor dat het hout minder snel splintert en dat de afwerking gelijkmatiger aanbrengt. Schuren, zagen of afwerken van het hout gebeurt idealiter met de nerf mee. Het volgen van de nerf helpt ook om een optimale uitstraling te bereiken bij de afwerking van het hout