Kapur, bekend onder de botanische naam Dryobalanops aromatica, is een loofhoutsoort uit de tropische gebieden van Maleisië en Indonesië. Dit hout is geliefd voor binnen- en buitentoepassingen zoals kozijnen en deuren vanwege de aantrekkelijke roodbruine kleur en het karakteristieke oppervlak. Het hout is echter gevoelig voor haarscheurtjes, wat afwerking voor buitengebruik uitdagend maakt.
Kenmerken
- Kleur: Kernhout varieert van licht tot donker roodbruin. Het geelbruine spint (20-60 mm breed) is goed van het kernhout te onderscheiden.
- Structuur: Oppervlak toont witachtige lijntjes van tangentiaal gerangschikte harskanaaltjes die lijken op groeiringen; deze worden minder zichtbaar na lakken.
- Draad: Recht of kruisdraad.
- Nerf: Matig grof.
- Volumieke massa: Gemiddeld 630-790 kg/m³ bij 12% vochtgehalte; vers gewicht 1000-1200 kg/m³.
- Duurzaamheid: Duurzaamheidsklasse 1-2 voor schimmels, matig bestand tegen termieten. Het kernhout is moeilijk te impregneren, terwijl het spint goed impregneerbaar is.
Toepassingen
Kapur is geschikt voor kozijnen, ramen, deuren, en betimmeringen binnen en buiten. Het wordt ook ingezet voor traptreden, spanten, jachtbouw, en vloeren. Buiten is kapur echter kwetsbaar voor haarscheurtjes, zelfs met oppervlakafwerking, wat de duurzaamheid in die toepassingen beperkt. Daarnaast wordt kapur toegepast in de productie van triplex.
Bewerking en onderhoud
Kapur is matig goed te bewerken, zowel met handgereedschap als met machines. Sommige kapursoorten bevatten kiezel, waardoor gereedschap sneller slijt. Hardmetalen snijgereedschap en een snijhoek van 20° worden aanbevolen voor het schaven van kruisdradig hout. Voorboren is gewenst bij spijkeren en schroeven. Gebruik bij buitentoepassingen roestvast bevestigingsmateriaal vanwege het looizuurgehalte.
Kwaliteitseisen en normen
Kapur droogt vrij langzaam met een neiging tot vervorming en haarscheurtjes. Er zijn lichte variaties tussen verschillende kapursoorten in drooggedrag.
Bron: www.houtinfo.nl