01-11-2024

Kernhout en spint

Bij veel houtsoorten is een duidelijk kleurverschil zichtbaar tussen het lichtgekleurde spint aan de buitenkant en het donkerdere kernhout in het midden van de boom. In jonge bomen bestaat de stam volledig uit spint, dat water en voedingsstoffen transporteert en levende cellen bevat. Na een aantal jaren – afhankelijk van de houtsoort – verliest het houtweefsel vanuit het hart zijn functie in de levensprocessen van de boom. Hierbij slaan zich verschillende stoffen, zoals harsen en looistoffen, op in de cellen, wat het kernhout een donkerdere kleur en een hogere weerstand tegen schimmels en insecten geeft. Dit natuurlijke verhardingsproces heet verduurzaming, wat het kernhout duurzamer maakt dan het spint, hoewel beide delen vergelijkbare sterkte-eigenschappen hebben.

Bij loof- en naaldhoutsoorten vindt het verduurzamingsproces op verschillende manieren plaats. Zo worden de vezels bij sommige loofhoutsoorten afgesloten door de vorming van thyllen, die de vaten afsluiten. Door deze verdichtingen wordt kernhout resistenter dan spint. Het kernhout heeft daarna vooral de functie om de boom stabiliteit te geven en de kroon te ondersteunen.

Afhankelijk van de boomsoort varieert de duurzaamheid van het kernhout. Het kernhout is vaak donkerder en steekt duidelijk af tegen het spint, en bomen met kernhout bereiken vaak een hogere leeftijd. Het vochtgehalte in kernhout is doorgaans veel lager dan in spint, dat bijna volledig met water verzadigd is. Voorbeelden van bomen met kernhout zijn de naaldhoutsoorten grenen, lariks, Californian redwood, Oregon pine (douglas) en western red cedar, en loofhoutsoorten zoals eiken, teak, mahonie, iroko en rode meranti. Sommige soorten, zoals essen en ebben, vormen pas laat in hun leven kernhout, waardoor zelfs dikke stammen soms geen kleurverschil tussen spint en kern vertonen.

Kernhout en spint